MISTEL = Mespilus Germanica is een vrij grillige niet zo hoog uitgroeiende bladverliezende boom uit de familie van de rozen. Sommige struiken dragen doorns maar niet alle mispelstruiken. Het groeit in de Lage landen in het wild langs de oostgrens met Duitsland vanaf Twente, de Achterhoek en zuidelijker. Ze worden pas na jaren 6 meter hoog. Het blad is lang en lancetvormig. Echt groen van kleur en aan beide zijden verkreukeld en heeft witte haren aan de onderkant.
De boom bloeit in mei, begin juni. De bloemen zijn groot, (geel-)wit met lange groene kelkblaadjes. De grote witte bloemen zijn erg opvallend en zeer gunstig voor bijen en insecten. De bestuiving gebeurt ook door insecten. Er zijn geen andere bomen nodig voor de bevruchting, dus een mispel kan ook als solitaire plant worden geplaatst.
De grote bruine vruchten, die op grote rozenbottels lijken met vijf kelkslippen aan de bovenkant blijven lang hangen. Pas in november of later in het winterseizoen moet men de vruchten gaan oogsten. Enkele nachten vorst is goed voor de vrucht. Laat de vruchten daarna op een koele of licht verwarmde plaats narijpen tot ze zacht, maar niet rot zijn. De schil van de vrucht is leerachtig. Als de vruchten rijp zijn, kan het bruine vruchtvlees uit de schil geschraapt worden. Net als de schil moet men ook de pit niet eten.
De mispel is oorspronkelijk niet inheems en komt uit Zuid West Azië. De boom is door de Romeinen over grote delen van Europa verspreid. Vooral doordat ze in kloostertuinen werden aangeplant, zijn de planten hier ingeburgerd.
Mispelstruiken werden aan de oostgrens met Duitsland waar de struik van nature groeit, vaak bewust gesnoeid dat men er wandelstokken van kon maken. Het hout is gedroogd erg taai en erg sterk.
Meer botanische informatie over Mispel op: https://wilde-planten.nl/mispel.htm
AANPLANT
Bij voorkeur in het voor – of najaar aanplanten. Groeit in alle grond, maar heeft voor de vruchtvorming wel zon nodig. Vruchten zitten gewoonlijk alleen aan de kant waar de plant zon vangt. Geschikt voor een wat grotere (een beetje wilde of natuurlijke) tuin en natuurlijk voor een voedselbos, of bij een boerderij of tuinderij. Te koop voor 12,50 of duurder. Vaak geënt.
Mispel is gevoelig voor “bacterie-vuur” (kijk op: http://www.natuur-keuken.nl/eten/bacterievuur-niet-in-mijn-fruit/).
MEDISCH
Mispel is vroeger gebruikt bij ingewandsstoornissen en bloedingen.
INHOUDSSTOFFEN
De bladeren van mispels bevatten Melavosid ( een glucose van een melavonzuurderivaat).
EETBAAR
Je kan de vruchten zo eten, maar men kan er ook net als appels jam van maken.
Er werd vroeger veel cider en wijn van gemaakt.
Eertijds werden de mispels gewoonlijk in oktober geplukt en liet men ze narijpen op stro. Maar pas daarbij op de vruchten mogen elkaar niet raken. De ruimte waar de mispels narijpen hoeft zelfs niet verwarmd te zijn en het mag er zelfs vriezen. Op ene koele plek kan het wel 2 maanden duren voordat de mispels vanzelf rijp worden.
Je kunt de rijpe vruchten eigenlijk simpelweg leegzuigen. Maar eet er rauw niet te veel van, want ze hebben echt een stoppende werking.
RECEPT
Vroeger werden voor Sint Maarten in vele streken op 11 november Suikermispels gemaakt.
Men haalde hiervoor de bijna rijpe mispels uit hun jasjes en haalde pit eruit. Het totale gewicht aan mispels werd in rietsuiker afgewogen. In een pan met dikke bodem werd die suiker met heel weinig water tot stroop gekookt. Hierin werd en de vruchten dan heel kort meegekookt. Afgekoeld werden de suikermispels vaak nog door wat poedersuiker gerold. Een echter ouderwetse traktatie voor Sint Maarten.
MISPELBRANDEWIJN
Op 250 gram mispels wordt het helft dus 125 gram (riet) of greinsuiker afgewogen.
Samen in een fles met een wijde hals gedaan. Maar de mispels werden elk met een kruidnagel beprikt. Vul de fles aan met stevige brandenwijn (of misschien zelfs cognac). Fles sluiten en zeker 6 weken op een koele, donkere plek wegzetten. Dan zeven. Echt een drankje voor een koude kerstavond of oud en nieuw.
Permalink