BACTERIEVUUR
Kan voorkomen bij vele planten als peren, dwergmispel, meidoorn, lijsterbes, het krentenboompje, kwee, glansdistel en vuurdoorn. Soms ook bij appel.
Dit is de lijst van planten die de Nederlandse overheid noemt:
- Amelanchier (krentenboom)
- Chaenomeles (Japanse kwee)
- Cotoneaster (dwerg- of rotsmispel)
- Crataegus (meidoorn)
- Cydonia (kweepeer),
- Eriobotrya (Japanse mispel)
- Malus (appel en sierappel)
- Mespilus (mispel)
- Photinia davidiana (Stranvaesia (Hort) – in Nederland verboden
- Pyracantha (vuurdoorn)
- Pyrus (peer en sierpeer)
- Sorbus (lijster/meelbes)
ZIEKTE VAN DE INTENSIEVE FRUITTEELT
Het is een gevreesde ziekte die vooral bij de intensieve perenteelt en soms bij de appelteelt optreedt. Om die teelt en telers te beschermen zijn er vele ingewikkelde regels gekomen. Die niet wegnemen dat alleen de oorzaak van het ontstaan ervan, namelijk de “moderne”, economisch noodzakelijke veranderingen in de intensieve fruitteelt de oorzaak in feite zijn.
De belangen van de fruitteelt zijn in de politiek stevig vertaald in maatregelingen, die zelfs sierplanten die in de streken van fruitteelt en de directe omgeving van fruittelers groeien verboden en de daarnaast al eeuwen voorkomende meidoornhagen als eeuwenoud landschappelijk erfgoed aan banden hebben gelegd.
Bacterievuur bestaat al lang. Alleen was het nooit een groot probleem en kon door het verwijderen van de aangetaste takken worden opgelost. Tot 1970 waren er in Vlaanderen nog geen meldingen van grote aantasting door deze bacterie bekend. In Noord Amerika waren al eerder grote problemen met bacterievuur opgetreden. Ook meer import van plantmateriaal van elders heeft hierbij bij ons invloed gehad.
Alleen al de steeds meer intensievere vorm van fruitteelt heeft sterke invloed gehad op de toename van bacterievuur. Vroeger stonden maar een beperkt aantal fruitbomen, vaak in een wei waar ook nog vee en kippen liepen. Daardoor was de verspreiding van bacterievuur maar zeer beperkt. Een boomgaard telde vroeger gemiddeld 120 hoogstammen per hectare. Met de middelhoogstam en nog kleinere fruitbomen is dat nu vaak meer dan 1000 fruitbomen per hectare geworden. En er zijn zelfs ontwikkelingen om nog kleinere boompjes te gaan planten waarbij men 70.000 stammetjes per hectare gaat aanplanten. Je hoeft niet zoveel kennis van de natuur te hebben om te realiseren dat zo’n monocultuur snel ziekte oppakt en verspreidt en dat daar veel chemische middelen noodzakelijk zijn. Voor dergelijke telers en de politiek die altijd dit soort ontwikkelingen in land- en tuinbouw gesteund heeft, was het wel erg gemakkelijk om dan voor de bacterie vuur de meidoorn en andere voor de fruitteler niet nuttige planten daar de schuld voor te geven. En natuurlijk zijn ook meidoornhagen in ons landschap aangetast door de zo gemakkelijk te ontwikkelen bacterievuur. Ik denk dat commerciële fruittelers naar zichzelf moeten gaan kijken, want bijvoorbeeld fruitbomen aangeplant in voedselbossen worden zelden aangetast door bacterievuur, terwijl daar vaak veel meer soorten staan, die allemaal door deze bacterie getroffen zouden kunnen worden.
Omdat de bloei van meidoorn samenhangt met de periode van het jaar dat de bacterie uit al bestaande aantastingen na te hebben overwinterd zich enorm verspreid, werd de oorzaak daarvan dan ook bij die meidoorns gelegd. Men was er namelijk van overtuigd dat de fruitaanplantingen besmet werden door die bloeiende meidoorn. Er kwamen uitgebreide regelingen waarbij de snoei van meidoorn (in de winter) verplicht werd gesteld en in sommige gebieden mochten zelfs helemaal geen meidoorn meer geplant worden.
Alleen is bacterie-vuur na de invoering van deze wetten met stevige boetes bij het niet nakomen ervan in de intensieve fruitteelt niet afgenomen.
Hoe herken je bacterievuur-
Simpel: de aangetaste delen van de plant zien eruit of zij door vuur zijn verschroeid.
In de eerste fase verwelken, verschrompelen en verdrogen de bloemen. De droge, bruine bloesem blijft dan vaak aan de takken hangen. Vervolgens verwelken het blad, drogen in en worden roodbruin tot zwart van kleur. De volgende fase worden de toppen van de uitlopers aangetast, die worden dan ook zwart en krullen naar binnen. Dit lijkt een beetje op vaantjes die uit de olie komen. Aan de stelen van het blad en onderaan de twijgen verschijnt witkleurig slijm. Dit vloeit uit door de natuurlijke sapstroom en tast ook de dikkere takken en twijgen aan. In de herfst ontwikkelen zich woekeringen soms met roodbruine tot paarse scheuren in de takken en stam, die tot de gezonde delen doorlopen. Hierin overwintert de bacterie.
Als de bacterie de gehele stam bereikt, sterft de boom.
Dit gebeurt ook als de kankers de hele stam omringen. Vanuit zieke planten wordt de bacterie voor wind, vogels, insecten en vooral ook de mens overgebracht. Warm en vochtig weer zijn erg gunstig voor de bacterie.
Bestrijding in de gangbare fruitteelt vindt plaats door bespuiting. De vraag blijft of dit niet nadelig is voor de vaak toch al zwakkere bijenpopulatie en andere insecten, die nodig zijn voor de noodzakelijk bevruchting.
Het gebruik van groeiremmers in de gangbare fruitteelt schijnt de verbreiding van bacterievuur zeker te hebben bevorderd.
Nadere informatie over aantasting: https://www.pcfruit.be/nl/ziekten-en-plagen/bacterievuur
WAT te doen tegen bacterievuur:
Eigenlijk niet alles, of je moet besluiten je huis en tuin, grond of voedselbos elders op de zetten. Op een locatie waar in de wijde omgeving geen professionele fruitteelt wordt uitgeoefend. Toch blijken de nu al functionerende voedselbossen, waar verschillende bacterie-vuur gevoelige planten, meestal van de rozenfamilie toch redelijk dicht bij elkaar staan opmerkelijk weinig last van bacterievuur te hebben.
Dus –
Geregeld goed en precies controleren van je fruitbomen en ook goed opletten of er in de omgeving geen andere aangetaste bacterievuur gevoelige planten zijn. Bij licht aantasting de takken en twijgen verder dan schijnbaar noodzakelijk af te knippen en de wonden zo nodig met een brander dicht te schroeien. Nabloei altijd verwijderen. Zieke en aangetaste takken kan men het beste elders verbranden.
Bespuiten met 1% kalk-oplossing schijnt preventief vaak te werken. Oplossingen en middelen met koper zou ik niet aanraden.
LINK OVERHEID http://www.plantenziektekunde.nl/wp-content/uploads/2011/07/BacterievuurInformatieNVWA.pdf