Boerenwormkruid groeit eigenlijk op veel plekken in het wild en als je het eenmaal kent herken je het zo. De gele bloemen bloeien erg lang en zijn met hun lange stelen zelfs geschikt om als snijbloem in je huis te zetten.
In heel Europa komt boerenwormkruid = tanacetum vulgare van nature voor. Het is een plant uit de familie van de Composieten. Vroeger werd het zowel als groente als medicinale plant gebruikt. Het is een van 60 tot 1.20 meter hoge overblijvende plant, het heeft groene geveerde bladeren en bloeit van juli tot september met meerdere gele 9 tot 12 mm. Grote compacte propjes in vlakke schermen. De plant vormt lange vlezige wortels. De bladeren en bloemen zitten aan rechtop uitgroeiende taaie, vezelige, sterk ruikende stelen. Ze groeien op zonnige plekken, langs weides, bouwland, spoordijken en heel vaak op braakliggende of net klaargemaakte en opgespoten industrieterreinen en bouwpercelen.
AANPLANT
BOERENWORMKRUID kan men zaaien. Zakjes zaad zijn gewoon te koop. Zaaien van maart tot juli. De zaden kiemen snel, gelijkmatig vochtig houden (niet nat) bij ± 20̊C. Het zaad slechts dun afdekken en licht aandrukken. Het beste kan men ter plekke gelijk zaaien. Hebt men het staan, dan komt het gewoonlijk steeds weer op en breid zich vanzelf verder uit.
GEBRUIK
Net als bij voorbeeld salie, wilde marjolein en absinth-alsem bevat het bij grote porties het giftige thujon. Om die reden wordt het niet meer als wormafdrijvend middel. Vanwege de bittere smaak is ook het gebruik als groente of in andere gerechten minder geworden. Lees in het artikel over absinth-alsem meer informatie over thujon: http://www.nederlands-dis.nl/dranken/uit-de-natuur-of-je-tuin-absintalsem-of-absinth-alsem/. De vraag is alleen: of men ooit hier veel van gaat gebruiken. En dan echt teveel thujon binnenkrijgt. Al bij zuinig gebruik geven deze planten al veel smaak.
MEDISCH
Alleen wordt er wel nog steeds in hogere verdunningen homeopathische middelen van gemaakt. Dat wordt voorgeschreven bij nerveuse vormen van overbelasting en spierspasme.
Vroeger werd boerenwormkruid uiteraard als middel tegen wormen in vele vormen bij mens en dier gebruikt. Maar ook in hoge doseringen om abortus op te wekken. Dit kan echter wel duizeligheid, krampen, buikpijn opwekken en in sommige gevallen zelfs dodelijk zijn.
Gebruik voor medische doeleinden van grote hoeveelheden kan gevaarlijk zijn, dus raadpleeg altijd een arts.
INHOUDSSTOFFEN
Bloemen en blad: etherische olie (tot 1,5%), Sesqui-terpenalkohol, tanacetol A en B, mono- terpen-glykoside, flavonoiden,Cumarine, Koofiezuurdervaten en Thiophene stoffen.
De etherische olie bevat wisselend samenstelling van mono-terpen-derivaten, zoals borneol, kamfer, alfa en betha thujon,artemisiaketon en terpinen-4-olie. Verder resten sesquiterpene als Vulgaron A en Vulgeron B.
ANDER HANDIG GEBRUIK
Ook werd het huis vlo- en motvrij gemaakt door vele bloemetjes gewoon in het huis te strooien. En voor een middel tegen slakken, mieren, motten en vlooien in de moestuin werd boerenwormkruid net als absinth-alsem (en vaak ook samen afgetrokken) gebruikt.
Om mooie, niet aangevreten worteltjes te krijgen, had men gewoonlijk ook boerenwormkruid naast rijtjes wortelen in de moestuin staan.
KRUIDENTHEE
Van de bloemen, maar ook van jonge bladeren werd kruidenthee gemaakt. In jong blad dat vroeger zowel rauw in een salade als gestoofd met andere “wilde”groente en spinazie werd bereid zit eigenlijk bijna geen thujon. Ook het gebruik van de bloemen in cake of pannenkoek is bij een normale dosering eigenlijk helemaal niet schadelijk. En net als bij alsem moet je wel enorme hoeveelheden van dit kruid consumeren om een gevaarlijke dosering thujon binnen krijgen, wat eigenlijk bijna onmogelijk is vanwege de bittere smaak daarvan.
GEBRUIK IN PLAATS van DURE SPECERIJEN
Vroeger werd vermalen, gedroogde boerenwormkruid als goedkope vervanger van nootmuskaat en foelie gebruikt. Zo werd het gebruikt in pannenkoekenbeslag, in cakebeslag voor puddingen en zoetwatervis zoals karper (in de court-bouillon en tussen de vis gestrooid). Het werd zelfs gebruikt als kruid in worstjes.
Boerenwormkruid werd ook gebruikt om lamsbout smaak te geven.
Met Pasen werd het door de apostelsaus gemengd, ook omdat men vond dat boerenwormkruid het bloed dan kon zuiveren, zeker als men toch al aan het vasten was. Heel vaak werd boerenwormkruid vaak aan gerechten toegevoegd vanwege de medische kwaliteiten: dus meestal omdat men last had van wormen.
RECEPT
APPEL-EIERKOEK MET BOERENWORMKRUID
- 2 eieren
- 1 glas room
- 1 verkruimelde dikke boterham
- 4 theelepels fijngehakte jonge blaadjes van boerenwormkruid
- 2 bloemknopjes van boerenwormkruid (gedroogd en fijngemalen)
- ½ theelepel citroenrasp
- 3 stevige handappels
- Wat boter
- Wat zout
- 1 /2 eetlepel honig of suiker
Klop de eieren los met de honing of suiker en zout. Voeg er de boterham, de room, de citroenrasp en beide boerenwormkruid-delen toe. Goed roeren en zeker een kwartier koel wegzetten.
Schil de appels zo nodig, haal het klokhuis eruit en snij in partjes. Bak de appels in de boter tot ze zacht en lichtbruin zijn. Giet dan het beslag over de appels en bak op een laag vuur met de deksel erop tot de onderkant gaar en mooi licht bruin is gebakken. Draai de koek om en bak de andere kant.
Serveren in partjes gesneden met wat poedersuiker, honing of stroop.
//
Sinds lange tijd vervullen hagen een belangrijke rol in de landbouwsector. Oorspronkelijk dienden ze om de percelen af te bakenen, om de dieren onderdak te bieden, om de wind te breken en om de mensen van voedsel (noten, vruchten en klein wild) en hout te voorzien. Pas recent is ook de attractiviteit voor nuttige insecten een selectie criterium aan het worden. Het is meermaals aangetoond dat hagen en windschermen, een enorme potentie aan nuttige insecten kunnen herbergen. De hagen bieden eveneens onderdak aan gewenste diersoorten zoals amfibie n, reptielen, vogels en zoogdieren. Er is vandaag nog een grote noodzaak aan onderzoek. Welke mogelijke positieve, negatieve of neutrale invloeden en effecten kunnen hagen hebben op de productie van onze gewassen? Enkel kritische proeven zullen leiden tot het verbeteren van de ge ntegreerde of biologische bestrijding van land- en tuinbouwplagen. We mogen van deze onderzoeken echter geen uitsluitsel of garanties gaan verwachten. Want net zoals bij onze gewassen is en blijft het een levend en evoluerend systeem.