Haverwortel of Paarse Morgenster = Tragopogon porrifolius hoort bij onze traditionele groente. Onze voorouders hebben allemaal deze groente gegeten, maar nu is haverwortel eigenlijk een vergeten groente. Maar wel één, die eigenlijk gewoon geteeld zou moeten worden. Trouwens je kunt deze plant ook in het wild in Nederland en België vinden, vooral langs dijken en verhogingen in het landschap.
Net trouwens als het zusje ervan, de gele morgenster. Daar schreven we al eerder over: http://www.natuur-keuken.nl/eten/gele-morgenster-hoe-stralend-kan-de-ochtend-wel-niet-zijn/
De paarse morgenster of haverwortel is een tweejarige plant, die 0,2-1,2 m hoog wordt. De plant is vorstbestendig en het bloeit met kenmerkende paarse straalvormige bloemen. Het behoort tot de familie der composieten.
EETBAAR
De paarse Morgenster wordt ook wel haverwortel, armeluis-asperges, witte schorseneren, boksbaard en keukenmeidenverdriet genoemd. De soort komt oorspronkelijk uit het Middellandse zee-gebied en wordt al eeuwen als groente gebruikt. In België en Nederland was de soort ingeburgerd.
Van de paarse morgenster kunnen de bladeren in een salade gebruikt worden of als spinazie worden bereid. De zoet smakende wortel waarvan de smaak aan oesters doet denken, is zeer voedzaam. De wortels moeten net zoals schorseneren onder water worden geschild, vanwege het kleverige melksap. De haverwortel werd al in de zestiende eeuw in groot deel van Europa verbouwd, maar in de loop van de tijd werd hij bijna volledig verdrongen door de schorseneer. Alleen in sommige moestuinen wordt het nog verbouwd. Gebrande haverwortels kunnen voor een surrogaat koffiedrank gebruikt worden. Het sap van haverwortel wordt gebruikt voor het maken van kauwgum.
AANPLANT
De plant kan worden gezaaid in maart tot mei, waarna er in oktober tot februari geoogst worden. Het tweede jaar gaat de plant bloeien en kan niet meer gegeten worden
MEDISCH
Gebruikt als vochtafdrijvend middel, daarnaast bij maag-, gal- en leverproblemen. In het verleden bij TBC ingezet.
INHOUDSSTOFFEN
Veel vegetarische eiwitten, verder calcium en ijzer en vitamine C, B1 en B2.
RECEPT
WINTERPASTEI MET HAVERWORTEL
Vroeger uit de tijd van het open vuur in de keuken werd deze pastei in een keramieke pan met deksel gemaakt, die op een treefje in de warme kooltjes en smeulend hout werd gezet. Het deeg zorgde ervoor dat de inhoud regelmatig warm werd en niet kon verbranden.
DEEG:
- 250 gram bloem
- 125 gram roomboter in blokjes (kamertemperatuur) of niervet
- 1-2 eetlepels water
- 1 ei (losgeklopt)
- snufje zout
Zeef de bloem in een kom. Voeg de stukjes boter of vet erbij. Snij de boter/vet met twee messen door de bloem. Voeg dan het ei, wat zout en wat water erbij (eerst 1 eetlepel). Kneed met koude handen het deeg tot een samenhangend geheel. Is het te droog voeg dan wat extra water toe. Maak er een bol van. Pak dit in folie en leg het minstens een half uur in de koelkast weg.
Bestrooi dan het aanrechtblad met bloem en rol het deeg uit tot een plak van 2 tot 3 mm.
Kwast de bakvorm (liefst met een losse bodem) in met gesmolten boter of beter nog raapolie. Bestrooi de vorm met bloem en bekleedt het met een plak deeg. Druk het deeg in de vorm en snijdt de bovenrand gelijk met een mes.
Nu kan de vulling erin.
- 400 gram haverwortel
- 200 gram winterwortel (geschrapt en in ellipsvormige schijfjes gesneden, dus scheef snijden)
- 150 gram spinazie of snijbiet (gewassen en grof-gesneden)
- 150 gram verse kaas of kwark
- 100 gram geraspte belegen kaas
- 1 ei
- Wat nootmuskaat , peper en zout
Schil de haverwortel met een dunschiller onder water. Leg ze dan gelijk in een pannetje met water en melk (of citroensap) tegen het verkleuren. Snij de haverwortel in plakjes.
Blancheer de winter- en haver-wortel in wat water met zout. Verdeel de wortelstukjes na deze te hebben afgegoten over de taart. Verdeel ook de spinazie of snijbiet over de taart.
Meng de verse kaas of kwark met het ei, de geraspte kaas en de kruiden en zout. Verdeel dit over de groente. En strijk de bovenkant glad.
Bak de taart in een voorverwarmde oven op 175 °C. Na 45 minuten, nog eens 10 minuten extra, maar dan de oven terugzetten op 100 ° C. De taart een minuut of 10 laten afkoelen, maar wel warm eten.
Heerlijk met geraspte koolrabi of knolselderij-salade met appel en wat nootjes.