De Moesdistel =Cirsium Oleraceum, die plaatselijk ook wel kooldistel werd genoemd is een overblijvende wilde plant uit de composietenfamilie. Een lange tijd was moes- of kooldistel hier vrij zeldzaam , maar tegenwoordig komt de plant veel meer voor. Om die reden staat Moesdistel ook niet meer op de rode lijst van bedreigde plantensoorten. Moesdistel is vroeger in tijden van hongersnood door mensen regelmatig gegeten. Koeien zijn er niet dol op en mijden de plant, maar ook boeren houden er niet van omdat de plant gedroogd helemaal uit elkaar valt.
De plant wordt 60 tot 150 cm.hoog. Ondanks dat de plant distel wordt genoemd heeft het slappe bladeren en zijn de doorns op de stengels niet scherp. De onderste bladeren zijn donkerder en veerspletig, ongedeeld. De bladeren rond de stengel, stengel-omvattend en lichtgroen tot geelgroen. De geel-witte bloemhoofdjes zitten in grote, bleke schutbladeren. Moesdistel bloeit van juli tot september. Bloemen zijn 2 tot 3 cm. groot.
De plant groeit vooral op natte plekken, vlakke heidevelden, nat ( vloei-)bos en weilanden door om heen liggend. Ook ziet men de plant rond beken en rivieren. De plant groeit bij voorkeur op stikstofrijke grond.
Het komt vrijwel in heel Europa voor, in de bergen ( zoals de Alpen) zelfs redelijk hoog toto 2000 meter.
TEELT
Gewoon opkweken uit zaad ( Cruydt Hoeck heeft het zaad van de plant in zijn assortiment). Het is een snelle kiemer. Het zaad gaat beter kiemen als het een tijdje koud is bewaard. De teelt levert verder bijna geen problemen op. De bevruchting vindt plaats door hommels, vlinders en andere insecten. Hommels zijn niet van de plant weg te houden en de voor de distelvlinder is het een waardplant.
INHOUDSSTOFFEN en MEDISCH gebruik.
De plant bevat looistoffen, alkaloide, etherische olie, hars, vet, flavonoiden en polyine
De thee van de wortels werd vroeger medicinaal gedronken onder andere bij reuma. De thee is ook als tonicum gebruikt bij suikerziekte.
GEBRUIK in de keuken
Men kan de plant gewoon als groente telen en dat is vroeger ook in meerdere perioden ook gedaan.
De bladeren hebben een koolachtige smaak. Jong kunnen ze rauw in salades verwerkt worden. De grotere bladeren kunnen geblancheerd gebruikt worden om groente-, graan- en vleespakketjes mee in te pakken. Gehakte bladeren en de geschilde stelen kunnen in soepen en sauzen gebruikt worden. Ook de wortels kunnen gegeten worden. Vooral ook bij suikerziekte zijn de wortels prima, omdat ze Inuline bevatten. Ze kunnen zowel rauw geraspt door salades als gekookt gegeten worden.
Smoothie-liefhebbers gebruiken tegenwoordig het jonge blad.
De bloemen kunnen net als artisjokken gekookt gegeten worden. ( kook de nog groene, maar wel uitgegroeide bloemen 10 tot 15 minuten in zout water met wat citroensap. Af laten druipen en met wat olie ( olijf- of kool-zaad) bedruppelen. Net als artisjok afpellen ( de bloem is wel veel pluiziger, de bodem heeft echter een lekkere smaak). Wel meerdere tegelijkertijd koken want de bloemen zijn niet zo groot.
RECEPT
MOESDISTELSTAMPPOT
- 1 kilo aardappels
- Zout
- Melk
- 50 gram boter of olie
- Nootmuskaat
- 400 gram moesdistelblad aangevuld met zuring, zevenblad, snijbiet en grove spinazie
- Peper
- ½ rode ui of sjalot
- Teentje knoflook
- Wat zonnebloempitjes
- Wat room
Boen de aardappels schoon en kook ze met weinig water en wat zout in de schil in ongeveer 20 minuten gaar. Afgieten , even iets laten afkoelen en pellen. De aardappels fijn stampen met wat melk tot een puree. Op smaak maken met wat nootmuskaat en zout.
De “wilde”en andere groente wassen en eventueel wat kleiner snijden. Sjalot of ui fijn snijden en in de boter aanbakken, dan de knoflook fijngesneden erbij en als laatste wat zonnebloempitjes. Licht kleuren. Op smaak met wat peper en zout. Dan de groente erbij en zo lang bakken tot de groente verkleurd en gebakken is ( 3 tot 5 minuten ongeveer). Eventueel en scheutje room er door, zeker als het te droog begint te worden. Komt er veel vocht vrij kan men wat paneermeel toevoegen.
Meng de groente door de aardappelpuree en gelijk serveren.
ONBEKENDE “WILDE” en “VERGETEN” GROENTE