Monnikspeper, ook wel kuisheidsboom, (Vitex agnus-castus) is een plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae) en hoort bij de IJzerhard-familie. De soort werd voor het eerst beschreven door Carolus Linnaeus in 1753.
Monnikspeper komt voor in het Middellandse Zeegebied, terwijl de meeste soorten uit het geslacht Vitex alleen leven in de tropen. Monnikspeper wordt beschouwd als medicinale plant, delen ervan worden gebruikt als traditioneel medicijn.
Monnikspeper, oftewel de kuisboom, is een aromatische struik. De twijgen zijn bedekt met een viltig grijs dons. In de zomer heeft het trossen violette bloemen. Om zich vervolgens in september met ronde vlezige bessen te tooien. Zij lijken op peperbessen en smaken er ook een beetje naar. De struik kan behoorlijk uitgroeien tot wel 2 meter hoog. Van oorsprong groeide deze plant rond de Middellandse zee en in het bijzonder in Marocco.
De Latijnse naam van dit kruid is: Vitex Agnus-Castus en verwijst naar kuisheid en onschuld. De naam monnikspeper stamt uit de Middeleeuwen.
Via de kloostertuinen is de plant ook over heel Europa verspreid. De monniken in de kloosters probeerden hun kuisheid te bewaren door veel van de bessen van de plant te eten.
AANPLANT
Monnikspeper wordt als plant in pot verkocht. Dan is deze kruidenplant niet echt goedkoop. We vonden al planten van 60 cm voor meer dan 11 euro.
Ook uit zaad op te kweken, het liefst op een kokoszaaimat of op een rijke zaaigrond. Zaaien kan het hele jaar. Eerst de zaden een etmaal in water weken. Droogdeppen. Op mat of in rijke zaaigrond verdelen en afdekken met fijn zand. 2 weken op 20 graden houden, dan een week de temperatuur verhogen tot 30 graden. Nog geen kieming : dit een keer herhalen. Na kieming uitplanten, het beste binnen of in een kas of koude bak in de zomer. Vreeken verkoopt een zakje zaad voor 1,95 euro. Als jonge plant verdraagt monnikspeper lagere temperaturen slecht, dus goed afdekken of inpakken bij vorst.
MEDISCH
Het is een veilig kruid met veel mogelijkheden. Het stimuleert de hypofyse en beïnvloedt de afgifte van de hormonen, o.a. progesteron en testosteron. Monnikspeper herstelt in veel situaties (na de pil, na een bevalling, menstruatie-problemen en bij de overgang) het hormonale evenwicht. Ook bij man werkt herstellend, zoals bij prostaat-problemen. Het verlaagt het libido. Vandaar dat vroeger veel monniken de vruchten van monnikspeper aten. Het hoort bij de gangbare vrouwenkruiden.
Omdat monnikspeper ingrijpt in de hormoonhuishouding, moet men dit kruid nooit op eigen houtje gebruiken bij zwangerschap en ook niet samen met de pil of andere medicatie met hormonen.
INHOUDSSTOFFEN
Iridoiglykosiden zoals Agnuside en Aucubine, Flavonoiden als Casticie en Penduletine. Etherische olie (0,8 tot 1,2%) met 1,8Ceneol, limonene, alfa- en beta-Pine, maar ook Di-terpene stoffen als Rotundifuraan en Vitexilaction. Voor medisch gebruik wordt vaak een extract van de vruchten gemaakt en daarbij stoffen apart onttrokken en geïsoleerd. .
Het blad met vergelijkbare inhoudsstoffen werd vaak gegeven bij griep.
KEUKEN
De gedroogde vruchten van monnikspeper werden vroeger vaker als vervanger van peper gebruikt. Vermalen geeft het een heerlijke citroenachtige geur en een citroenachtige pepersmaak aan de gerechten waarbij je het zowel warm of koud kan gebruiken. Het smaakt erg lekker bij verse gegrilde vis.
Het blad werd vroeger in plaats van hop als bitter- en smaakstof bij de bereiding van bier gebruikt.