Door de grote veranderingen in milieu en klimaat van de laatste tijd zal je als gebruiker van gronden ook in de lage landen maatregelen moeten nemen om zowel droogte als veel regen in een zeer korte tijd en overstromingen op te vangen. Want uiteindelijk wil je toch een eetbare omgeving realiseren die met wat zekerheid langere tijd functioneert.
We hebben zelf veel ervaring opgedaan met deze problemen met de opzet en begeleiding van eco-projecten in Zuid-Europa en Noord-Afrika.
Nu wil dat niet zeggen dat we daarmee panklare oplossingen kunnen leveren, want elke locatie kent zijn eigen problemen en oplossingen daarvoor.
Waar we zowel in Zuid-Europa en tegenwoordig ook hier worden geconfronteerd zijn de momenten van zeer veel overvloedig water en daarbij gelijk andere momenten met een groot tekort aan regen en dus water.
Nu hadden alle plekken waar mensen hebben gewoond en geteeld vroeger de beschikking over een bron of op een andere manier over vers drinkwater.

Omdat in ons land vrijwel overal niet diep onder de aarde grondwater staat, heeft men hier altijd putten geslagen, zodat men bij dat grondwater kon komen. Realiseer je echter wel dat de bodem hier vaak behoorlijk vervuild is. Boeren en zeker varkenshouders gebruikten langdurig zware metalen die niet zo gezond zijn en gewoon in het grondwater te vinden zijn. Ook plekken in of nabij stedelijke omgeving zijn vaak door industrie, nijverheid of door het storten van afval erg vervuild. Dat vindt men vaak in put- en bodemwater terug.

Dus laat zelfs kwelwater altijd onderzoeken op de aanwezigheid van ongewenste stoffen. Sommige stoffen zijn gemakkelijk uit water te filteren, andere niet. Maar kies altijd voor zekerheid voor je natuurlijk water hier gebruikt.
Zo moet men zelfs als je over goed (drink-)water uit een natuurlijke bron beschikt, er voor zorgen dat (klein-)vee en wild die plek niet gebruiken als drinkplaats, want dan wordt die zeker vervuild. Leg dan een aparte drinkplaats voor dieren aan.
Bij nu gestarte voedselbossen en eetbare tuinen is die situatie vaak niet meer zo dat je daar een natuurlijke bron of put hebt. Het is zinvol om er toch voor te zorgen daar altijd over voldoende water voor je planten te zorgen. Overal maar zeker op de hoogvlaktes met een grillig klimaat in Zuid-Europa beschikt elk boerenbedrijf over een grote vijver of waterplaats.
We zouden ook hier in grote eetbare tuinen, voedselbossen en moestuinen minstens een zo’n waterbassin moeten realiseren. Bij het uitgraven van een al lager gelegen deel van je grond kan je dan de daar uitgekomen grond gebruiken om op andere plekken je grond te verhogen. Daarmee kan je zorgen dat regenval (zelfs als dat veel is) gemakkelijk kan afstromen naar je bassin en je altijd zelfs bij extreem natte momenten droge plekken op je terrein houdt. Dus in feite het aanleggen van wegen op dijken, zoals men tot voor kort onder andere in de Achterhoek (dat toch best redelijke boven NAP ligt, maar wel soms stevige waterproblemen kent) voor zorgde dat je overal kon komen. Zelfs op momenten dat door regen ter plekke of elders hoger gelegen, dat afstroomt over je gebied het extreem nat was.
Na het graven van je waterbassin moet je er wel voor zorgen dat het water erin blijft staan.
Heb je een waterbassin met een continue aanvoer van water is dat vaak geen probleem. Want dan zorgt de aanvoer van water ook de aanvoer van organisch materiaal en kleideeltje, die op termijn ervoor zorgen dat water blijft staan en niet geheel gelijk in de grond wegzakt. Door het plaatsen van een soort sluisje bij de afvoer plek, kan men zo zorgen dat het waterpeil op niveau blijft.
Vaak heb je echter geen aanvoer van water het hele jaar door, en alleen aanvoer bij extreme regen. Dan moet je zelf zorgen dat de bodem van je bassin minder waterdoorlatend wordt. Dat kan je natuurlijk doen door de bodem te bedekken met een laag van 10 cm. klei of bentoniet. Heb je dat echter niet in de buurt voor handen, kost dat best veel geld.
Daar hebben onze voorouders een aantal slimme oplossingen voor gevonden. Bedek je de bodem van je waterbassin met mest en organisch materiaal en laat je dan groot- of kleinvee over deze laag lopen, stampen zij deze laag vanzelf dicht. Heb je echter geen vee beschikbaar of maar een enkele geit of schaap kan je ook een laag mest van 20 cm. op de bodem van je bassin aanbrengen. Dit meng je met fijngemaakt organisch materiaal. Je rolt alles vlak en dekt het geheel af met zeil of andere weinig lucht doorlatend materiaal. Rol dit weer stevig aan en laat het zeker 14 dagen en liever wat langer zo liggen. De daarin aanwezige bacteriën zorgen ervoor dat er zo een bijna niet- water-doorlatende laag ontstaat. Dus na twee weken of meer haal je het doek of zeil eraf en zet het bassin rustig vol water. En in de loop van een half jaar is je bassin vrijwel helemaal dicht.
Zorg er wel voor dat het bassin op meerdere plekken meer dan 80 cm. diep is, zodat zelfs bij strenge vorst het niet helemaal kan bevriezen en plaats altijd water-planten en riet in het bassin. Deze zorgen er gelijk voor dat het water wordt gezuiverd. Zorg er ook voor dat grote bomen en zeker die soorten die breed wortelen op een redelijke afstand van het waterbassin staan.

Natuurlijk zorgt het planten van (grote) bomen en struiken en het begroeid houden van de bodem dan de grond op je terrein water kan vasthouden en niet erg snel zal uitdrogen. Alleen bij extreme droogte is dat meestal niet voldoende. Dan zal je water moeten aanvoeren uit je eigen bassin.