Pimpernel in een inheemse, vaste plant, die hier in twee varianten maar niet overal voorkomt. In het wild te vinden in zee-duinen, kalkrijk grasland en bermen daarvan, dijken, drogere gedeeltes van uiterwaarden, dus vooral op niet erg bemeste, humusarme en kalkrijke gronden. Het hoort bij de familie van de rozen.
De Kleine Pimpernel = Sanguisorba Minor kan uitgroeien van 10 cm tot bijna een meter (maar dan alleen de bloeistengel). Het heeft een rozet van geveerde bladeren. Kleine pimpernel heeft groenachtige, vaak paarsachtig uitgelopen bloemen. De kleine pimpernel is in ons land in meerdere soorten (moeras-) te vinden, maar is nog zeldzamer dan de grote pimpernel.
De Grote Pimpernel = Sanguisorba Officinalis bloeit in de zomer, begin herfst met een grote bloeistengel tot 1 1/2 meter hoog. De plant groeit in pollen. Men vindt deze plant in het Vecht-dal in Overijssel, de Kempen in Noord-Brabant en het Limburgse Maas-dal in Nederland, verder bijna niet.
AANPLANT
Onder andere de Bolster levert biologisch zaad voor zowel de kleine als grote pimpernel (zaaien van april tot eind juni). Voor keukengebruik zou ik alleen de kleine pimpernel aanplanten. Pimpernel is een bijenplant, dus om die reden is het al goed om dit in je tuin te planten.
MEDISCH
Allebei de pimpernelsoorten werden vroeger gebruikt bij bloedingen. Uitwendig werd grote pimpernel gebruikt voor de behandeling van wonden. Inwendig bij menstruatie-problemen en bij dysenterie en darmverstoppingen. De wortel van Grote Pimpernel wordt gebruikt bij tandvleesontstekingen en bloedingen.
INHOUDSSTOFFEN
Kleine Pimpernel: Tripertene stoffen als Ursolzuur, Tormentinzuur. Daarnaast flavonoiden en etherische olie en beta-sitosterol. Ook Fenolcarbonzuren & Looistoffen.
Grote Pimpernel: Flavonoiden als Kamferol en Quercetin-glykoside. Rutoside, Cyanidin-glykoside, Looistoffen, Triterpen-glykosides als Pomolzuur, Genine, Betulinzuur,Ursolzuur en Tormentinzuur , maar ook Chlorogenzuur.
GEBRUIK
De kleine is veel geschikter om in de keuken te verwerken en werd dan ook altijd als keukenkruid in kloostertuinen geplant. De grote pimpernel werd veel meer als artsenijplant gebruikt. Het is een vaste plant die het hele jaar groen blijft, dus men kan er als het niet vriest het hele jaar bladeren vanaf halen en verwerken.
Pimpernel stond vroeger in vele kruidentuinen en komt regelmatig voor in oude kookboeken. Tegenwoordig wordt het bijna nooit meer gebruikt en dat is echt jammer.
EETBAAR
Rauw in salades, waarbij het een zachte komkommer-smaak geeft. Het blad wordt toegevoegd aan vele traditionele sauzen, soepen en stoofgerechten. In paling in het groen, maar ook in traditionele ravigotesaus hoort pimpernel.
RECEPT:
ROMIGE PIMPERNEL MAYONAISE
- 1 eigeel
- 100 cc mooie olie
- 2 eetlepels azijn of citroensap
- Peper & zout
- 2 eetlepels fijngehakte pimpernelblaadjes
- Eventueel 3 eetlepels zure room
Klop de citroen of azijn los met wat zout en peper. Klop er dan het eigeel door en klop het eigeel even door zodat het een soort crème wordt. Voeg nu druppel bij druppel de olie erbij, terwijl men blijft kloppen. Er vormt zich door het kloppen als alle olie opgenomen is ene vrij dikke mayonaise. Meng dan de fijngehakte pimpernel blaadjes erdoor en voor een extra romig effect en een zachtere smaak de lepels zure room.
Laat de saus even koel doortrekken voordat men het bij bijvoorbeeld gerookte vis gebruikt. Maar ook bij rauwe groente (bleekselderij, radijs, worteltjes), gekookte eieren, gekookte vis of vlees en in een salade smaakt deze mayonaise erg lekker.
Meer recepten met pimpernel op: http://www.nederlands-dis.nl/basis/eten-uit-de-natuur/pimpernel-een-vergeten-kruid/